Onderbroek wat aangevreten?
Je bent goed op weg naar een gezonde tuin!
In een koffielepeltje tuinbodem zouden biljoenen kleine en grote bodemorganismen moeten aanwezig zijn. Dan spreken we over bacteriën, schimmels, regenwormen, pissebedden, duizendpoten of miljoenpoten. En nog een hoop andere kruipende, springende en wriemelende beestjes. Allemaal moeten zich kunnen voeden en moeten kunnen ademen, net zoals de mens. In jouw tuin zijn ze duidelijk aanwezig, maar ze mogen met veel meer zijn.
Je gaat voor een nog beter resultaat?
Zo pak je dat aan
-
Waarom is dat bodemleven zo belangrijk?
Wormen, mieren, schimmels, bacteriën en andere kleine organismen spelen een enorm belangrijke rol in de bodem. De ene soort graaft gangen, de andere sleept bladeren aan en nog andere soorten snipperen alles fijn en verteren de restjes tot voedingsstoffen. Dit alles verbetert de structuur van de bodem zodat planten beter en dieper kunnen wortelen en het bodemvocht beter kan worden vastgehouden. Hierdoor kunnen planten makkelijk meer voedingstoffen opnemen wat de groei en gezondheid van de plant bevordert. Een goede bodemstructuur zorgt er ook voor dat in het voorjaar de bodem sneller opwarmt waardoor er dus ook een snellere plantengroei zal zijn.
-
Was het toch niet wat te droog dit voorjaar?
Voor het bodemleven is het voorjaar een zeer actieve periode. De bodem warmt geleidelijk op en is er nog voldoende bodemvocht aanwezig. Tijdens een hete zomer heeft het bodemleven even een dipje. Daarom raden we aan om de onderbroekentest te doen tussen april en juli. In 2023 was het voorjaar ideaal voor het bodemleven. Dit kan dus het mindere resultaat niet verklaren.
-
Kan je nog minder kunstmest of insecticiden gebruiken?
Kunstmest bevat vaak hoge concentraties aan zouten en dat is nefast voor het bodemleven. Bodemdiertjes drogen er letterlijk van uit en verdwijnen uit je bodem. Gevolg? Je planten kunnen moeilijker de voedingsstoffen uit de meststof opnemen waardoor je het jaar erop nog meer moet strooien. Niet doen dus! Voed de planten (én de bodem) met organische meststoffen zoals compost.
Vermijd insecticiden als je planten last hebben van vretende of zuigende kriebelbeestjes. De natuurlijke balans aan rovers en prooien zal erdoor verstoord geraken en er moeilijk van herstellen. Probeer daarom je tuin biodivers te maken en plant verschillende plantensoorten aan zodat ook de natuurlijke vijanden van bijvoorbeeld bladluizen de weg naar jouw tuin kunnen vinden. Koester deze roofdiertjes in je tuin, zij doen het werk voor jou.
-
Gebruik je regelmatig kalk?
Veel tuiniers gebruiken elk jaar een flinke dosis kalk in hun tuin en strooien het op het gazon of tussen de beplanting zonder ook maar enig idee te hebben van de werkelijke zuurtegraad (pH) van hun tuin.
Uit resultaten van bodemanalyses in heel wat Vlaamse tuinen is gebleken dat veel tuinen te hoge concentraties aan kalk bevatten en dus ook een te hoge pH. Een hoge zuurtegraad zorgt ervoor dat voedingsstoffen zoals ijzer, mangaan, boor, koper en zink moeilijk door planten kunnen worden opgenomen. Dat leidt tot gebreksverschijnselen bij de planten. De bladeren vergelen, vruchten zijn te klein, bloemknoppen komen niet open.
Grote schommelingen in pH-waarden zorgen er ook voor dat het evenwicht aan nuttige schimmels en bacteriën in je bodem verstoord wordt.
Wil je weten hoeveel je exact kan strooien op jouw bodem? Laat dan zeker een bodemanalyse uitvoeren.
-
Krijgt je bodem genoeg kansen om regenwater op te vangen?
In ons huidig klimaat worden we vaker geteisterd met periodes van zware regenval of van extreme droogte. Dus moet je ervoor zorgen dat de bodem zoveel mogelijk van die kostbare regen vasthoudt. Je tuin moet dus werken zoals een spons, maak er dus een sponstuin van.
Indien je plaats genoeg hebt, kan je een wadi maken in je tuin waar het overtollige water na een fikse regenbui langzaam de bodem kan indringen. Je kan er zelfs je dakafvoer van je huis, bergplaats of serre op aansluiten als je het al niet op een andere manier opvangt en hergebruikt.
Iets minder ingrijpend zijn buienborders. Die worden aangelegd zoals een gewone plantenborder maar liggen wat verzonken in de tuin, maximum 25 cm diep. Zo zorgen ze ervoor dat het verzamelde regenwater na een paar uur langzaam is weggesijpeld in de bodem.
En als laatste tip: gebruik waterdoorlaatbare verharding en verhard zo weinig mogelijk.
-
Geef je genoeg organisch materiaal aan je bodem?
Organisch materiaal?
Veel tuiniers nemen onbewust de taken van de bodemdiertjes over. Ze verwijderen het gemaaide gras, bladeren, verdorde planten en brengen alles naar het containerpark. Zo verstoor je de natuurlijke balans van je bodem en krijgt het bodemleven het moeilijk.
Laat zoveel mogelijk organisch materiaal in je tuin liggen. Dit kan door je gazon te mulchmaaien, door de afgevallen bladeren tussen de planten te laten liggen of door dode plantenresten te hakselen en in je borders te verspreiden.
Als dat niet lukt, dan haal je extra organisch materiaal naar je tuin in de vorm van compost. Leg 1 of 2 keer per jaar een laagje compost tussen de planten. Overdrijf niet, een laagje van een 2 tot 3 cm is meer dan voldoende.
-
Droogt je bodem snel uit?
De aard van je tuinbodem kan je niet kiezen. Woon je in de Kempen, dan heb je veel kans op een zandige grond die water vasthoudt zoals een zeef. Heb je West-Vlaamse klei in je tuin, dan kan je ermee boetseren. In beide gevallen is compost de oplossing voor het probleem. Het organisch materiaal in de compost doet zandgrond meer aaneenklitten en werkt bij klei net omgekeerd, het maakt de gronddeeltjes losser. In beide gevallen leidt dat tot een beter vochtvasthoudend vermogen van de grond.
-
Of heb je last van wateroverlast in het gazon?
De grond onder de plekken die vaak belopen worden, verdicht. De bodemdeeltjes zitten dichter opeen, er is dus minder ruimte voor lucht en water om te circuleren. Zo blijven er plassen achter na een regenbui.
- Probeer niet kriskras over het gazon te lopen, maar kies een looproute.
- Breng lucht in de grond door gaatjes te prikken, bijvoorbeeld met een spitvork.
- Leg net voor de winter een dun laagje superfijne compost op het gras en laat het langzaam inzakken. Herhaal dit jaarlijks.